Krajenbrink had toch winstkansen

Eric van Dusseldorp

 

De match tussen computerprogramma Flits, officieus derde van de wereld, en damgrootmeester Johan Krajenbrink, winnaar van de bronzen plak tijdens het laatste wereldkampioenschap, eindigde in een 13-7 overwinning voor het digitale brein. Zo viel in de rubriek van vorige week te lezen.

Het feit dat Flits drie partijen won en de rest remise speelde, zou de indruk kunnen wekken dat Krajenbrink nauwelijks kansen heeft gehad tegen zijn ‘onverslaanbare’ opponent.

Maar dat is toch niet helemaal waar. In de vijfde matchpartij ging het voor het computerprogramma geweldig mis en had de Nederlander, die een opmerkelijke en vrij originele strategie op het bord bracht, de zege binnen handbereik.

Dit duel is om twee redenen belangwekkend. In de eerste plaats laat het zien, hoe een computerprogramma -kennelijk- aangepakt moet worden. En in de tweede plaats kan de interessante strategie van de Nederlandse grootmeester ook in partijen tussen dammers van vlees en bloed een rol spelen.

Het is altijd aardig om bij analyses van dit soort partijen gebruik te maken van de computer. Alleen niet van Flits, want die heeft zijn kans inmiddels gehad!

Zwart: J. Krajenbrink - Wit: Flits

 

1. 31-27, 18-22; 2. 27x18, 13x22; 3. 36-31, 12-18; 4. 35-30, 7-12; 5. 30-25, 9-13; 6. 41-36, 1-7; 7. 34-29, 17-21; 8. 31-26, 22-27; 9. 26x17, 12x21; 10. 40-34, 7-12; 11. 37-31, 12-17; 12. 31x22, 17x37; 13. 42x31, 21-26; 14. 47-41, 26x37; 15. 41x32, 4-9; 16. 46-41, 2-7; 17. 45-40, 16-21; 18. 32-27, 21x32; 19. 38x27, 18-22; 20. 27x18, 13x22; 21. 43-38, 7-12; 22. 36-31, . . .

 

In combinatie met (18-22) brengt Krajenbrink nu een opmerkelijke strategie op het bord.

22. . . ., 19-24 !?!;

Met deze zet legt zwart zijn lange vleugel compleet vast. Bovendien heeft wit nog altijd de mogelijkheid om zijn stelling zo in te richten dat uiteindelijk met 40-35 en 34-30 zijn (overbevolkte) korte vleugel loskomt. Maar in dat geval houdt zwart ofwel terreinwinst over, ofwel doorbraakkansen aan de andere kant, ofwel allebei. De computer vindt geen antwoord op dit creatieve idee. Terugvallen op een database met soortgelijke partijen is er ook al niet bij!

23. 48-42, . . .;

Van belang is dat 38-32 faalt op (22-27!) gevolgd door (14-19) en (11-17) dan wel (12-17) met dam.

23. . ., 9-13; 24. 50-45, 11-16; 25. 41-37, 16-21; 26. 31-26, 22-27; 27. 26x17, 12x21;

De zwarte strategie wordt hoe langer hoe zichtbaarder. Het is opmerkelijk hoe snel wit in grote problemen is gekomen.

28. 40-35, 6-11;

Een overtuigende winst was mogelijk via (13-18). Er dreigt dan (27-32), (18-23) en (24-30) met dam. Dus moet 37-32A, (27-31) en nu faalt het noodzakelijke 42-37 (31x42) 38x47 door het simpele (24-30) en (18-23). Bij A kan wit ook offeren: 35-30 (24x35) 33-28 maar na (6-11!) 28-22(?) (14-19!!) 25x12 (8x28) is het dan heel snel bekeken. Maar de zet die Krajenbrink doet is ook niet verkeerd.

29. 37-32, 11-16; 30. 32-28, 21-26; 31. 42-37, 16-21; 32. 49-43, 27-31; 33. 28-23, 31x42; 34. 38x47, 13-18; 35. 23x12, 8x17; 36. 44-40, 26-31; 37. 43-38, . . .

 

In de kennelijke euforie van een (totaal) gewonnen stelling begaat de zwartspeler een onnauwkeurigheid. Overtuigend wint nu (21-27) al moet zwart zich na 29-23 niet bezondigen aan de 1-om-2, maar gewoon (31-37) spelen.

37. ..., 31-36?; 38. 38-32, 17-22; 39. 35-30, 24x44; 40. 39x50, . . . Aldus wint zwart inderdaad een schijf, maar er is wat compensatie.

40. ..., 3-8; 41. 50-44, 8-13?;

Maar nu is de winst verkeken. Schijf 8 had de andere kant op gemoeten. Na (8-12) heeft zwart nog steeds grote winstkansen.

42. 44-39, 21-26; 43. 32-28, 22-27; 44. 29-23, 20-24; 45. 23-18, 13x22; 46. 28x17, 24-29; 47. 34x23, 14-20; 48. 25x14, 10x28; 49. 33x31, 26x37; en hier moest de dammende mens teleurgesteld in remise berusten.

Ter oplossing een mooi probleem, eerste publicatie, van Drs. Jaap Bus. De oplossing is heel anders dan wat normaal gesproken gebruikelijk is bij een damcompositie. Het heeft weinig zin om op zoek te gaan naar een winnende klapper!

 

Terug naar damrubrieken