Lastige kwalificatie voor Samb

Eric van Dusseldorp

 

Afrikaanse dammers zijn al meer dan veertig jaar de krenten in de pap bij rondtoernooien om de wereldtitel. Het begon in het WK van 1960 toen een onbekende dammer uit Senegal, Baba Sy, vriend en vijand verraste met een tweede plaats, op slechts één punt achterstand van winnaar Tsjecholew.

Sy bleek geen eendagsvlieg te zijn en bleef zijn goede resultaten herhalen. In 1963 verkreeg de man die niet kon lezen en schrijven (!) het recht om Iser Koeperman, de Rus de in 1962 de titel had weten te grijpen door Tsjecholew in een match te verslaan, uit te dagen.

Helaas is de tweekamp Koeperman-Sy nooit gespeeld. De Afrikaan gaf acte de présence, maar Koeperman was in geen velden of wegen te bekennen, om redenen die voor zijn risico waren. Begin jaren tachtig besloot de werelddambond om Baba Sy, die enige jaren daarvoor in Dakar door een auto-ongeluk om het leven was gekomen, postuum de wereldtitel tot te kennen.

Voor het WK dat momenteel aan de gang is, hebben vier dammers uit het zwarte continent (Ba (Senegal), Samb (Senegal), Aligna (Kameroen) en Kouogueu (Kameroen)) zich via het Afrikaans kampioenschap weten te plaatsen. De oude Ba, qua rating de vierde speler van het toernooi, kwalificeerde zich met een afgetekende eerste plaats het gemakkelijkst. Samb, de sterkste Afrikaanse dammer die de laatste jaren overigens voornamelijk in Nederland bivakkeert, had heel wat meer moeite om zich te plaatsen. Na een remise in de tweede ronde tegen een zwakke speler ging het in de derde ronde helemaal mis. Zie diagram.

 

Zwart: N. Samb – Wit: M. Seck

Wit speelde het ijzersterke 29. 28-22!, . . . Nu is na (9-13) 33-28 de Ghestem-doorstoot, onder bijna ideale omstandigheden, een feit. Dit wilde Samb koste wat kost voorkomen. 29 . . ., 12-17; 30. 22x13, 9x18; Met een krachtige manoeuvre haalt wit nu het voordeel naar zich toe. 31. 34-29, 23x34; 32. 40x20, 15x24; 33. 35-30, 24x35; 34. 37-31, 26x28; 35. 33x24, 21x32; 36. 38x27, 17-21; 37. 27-22, 11-17; 38. 22x11, 6x17; Let op de rol van de geïsoleerde oppositie 35/45. Standen die ‘anders’ remise zouden zijn, blijken nu gewonnen voor de beter staande partij.

39. 39-33, 17-22; 40. 43-38, 21-27; 41. 48-42, 3-9; 42. 33-28! (Natuurlijk!), 22x33; 43. 38x29, 9-13; 44. 29-23, 16-21; 45. 23-19, 13-18; 46. 24-20, 27-32; 47. 20-15, 21-27; 48. 19-14, 18-23; 49. 15-10!, (Na 14-10 (23-29) 10-5 (29-34) 5x37 (27-32) 37x40 (35x44) is het direct remise) 4x15; 50. 14-9 en dit voor zwart buitengewoon lastige eindspel is vermoedelijk nog wel remise te maken met (27-31!) 9-3 (23-28) maar voor Samb kwam de tijdcontrole net een zet te vroeg: hij ging door zijn vlag.

Kameroenees Jean-Marc Ndjofang plaatste zich verrassend niet voor het WK. Zijn landgenoot Massinga Aligna wist hem in de laatste ronde middels een eenvoudige zege te passeren. Zie diagram.

 

Zwart: M. Seck - Wit: M. Aligna

De zwartspeler, die zich bij remise zou kwalificeren voor het WK, had zich in zijn laatste zet (2-7??) verslikt. Aligna was er als de kippen bij: 23. 37-32, 26x28; 24. 29-23, 18x29; 25. 30-24, 19x30; 26. 35x2, . . . Deze zeer goedkope dam werd nog wel afgenomen met 26. . ., 20-24; 27. 41-37, 13-19; etc. maar de schijfwinst werd door wit later omgezet in partijwinst.

Ter oplossing een miniatuur uit de Oekraïne, eerste publicatie. Auteur: Iwan Iwatsko. Problemisten uit voormalige Oostbloklanden hebben soms aparte opvattingen over het maken van een compositie . . .

 

 

Terug naar damrubrieken