Wereld- en andere records spreken immer tot de verbeelding. Niet voor niets is het Guinness Book of World Records het meest verkochte commerciële boek ter wereld (ook een wereldrecord dus). 
Op deze pagina vindt u een aantal damwereldrecords, zowel officiële als officieuze. Daarnaast is er aandacht voor enkele andere 'extreme feiten'.
Ik ben niet in alle gevallen zeker van mijn zaak. U mag er dus op schieten!

1. Eerste wereldkampioen dammen (officieus)

Dr. A. Dussaut (Frankrijk) van 1885 tot 1895. Dussaut werd in 1895 opgevolgd door zijn landgenoot E. Leclerq, die van 1895 tot 1899 'regeerde'.

2. Eerste wereldkampioen dammen (officieel)

Isodore Weiss (Frankrijk) van 1899 tot 1912.

3. Meeste wereldtitels 

Alexej Tsjizjow (Izjewsk, Rusland). Tsjizjow werd tien keer wereldkampioen. Dat gebeurde in de jaren 1988, 1989, 1990, 1991, 1992, 1993, 1995, 1996, 2000 en 2005.

Op de tweede plaats vinden we de Amerikaanse ex-Rus Iser Koeperman, die in totaal zeven keer de hoogste titel greep (in 1958, 1959, 1961, 1963, 1965, 1967, 1974). In sommige (Nederlandse) kringen is zijn titel in 1974 niet onomstreden: Koeperman won op dubieuze wijze de Challenge Mondial (vrij duidelijke combine met Andreiko), werd daarmee uitdager van de toenmalige wereldkampioen Ton Sijbrands, die echter afzag van een match. 
Overigens vertelde Koeperman me eens, dat hij naar zijn mening wel achtvoudig wereldkampioen is. Wat hebben we gemist?

4. Minste wereldtitels 

Nulvoudig wereldkampioen Baba Sy.
De Senegalese topdammer werd gedurende zijn leven nooit wereldkampioen. In 1963 ging echter een match om de hoogste titel tussen regerend wereldkampioen Koeperman en uitdager Sy niet door vanwege oorzaken die bij Koeperman lagen. De Afrikaan was in die periode op het hoogtepunt van zijn damcarrière. De Werelddambond heeft hem in 1987 postuum de wereldtitel toegekend.

5. Meeste wereldtitels voor een dame

Zoja Golubewa uit Letland. Dertien wereldtitels, de laatste behaald in Oelan Bator (Mongolië) in 2013.

6. Eerste wereldtitel voor een Nederlander

Herman Hoogland uit Utrecht. Hoogland werd in 1912 wereldkampioen en bleef dat tot 1925. In de tussenliggende periode werd overigens geen WK georganiseerd.

7. Landen die 'slechts' één wereldkampioen hebben voortgebracht

Canada (Deslauriers, 1956)
Senegal (Baba Sy, 1963, postuum, zie boven)
Letland (Valneris, 1994)

8. Sterkste dammer aller tijden

Wat voor praktisch alle sporten geldt, geldt ook voor het dammen. Er wordt sterker gedamd dan vijftig jaar geleden en veel sterker dan honderd jaar geleden. Als men dan ook nog het aantal wereldtitels in ogenschouw neemt dat hij heeft behaald, dan kan het eigenlijk niet anders zijn dan dat Alexej Tsjizjow de meeste aanspraak op deze titel heeft. Maar... het blijft speculatief. Sommige dammers zweren bij Schwarzmann, Baljakin, Sijbrands en Wiersma en wie ontneemt hen dat recht?

9. Zwakste dammer aller tijden

Eveneens speculatief, maar als we ons beperken tot Wereld- en Europese kampioenschappen en grote internationale toernooien, dan is er toch een redelijk zinnig antwoord op te geven. De Oostenrijker G. Feldl nam in de jaren '60 o.a. deel aan een WK, een EK en een internationaal invitatietoernooi, maar is nog nimmer op het behalen van een punt betrapt. Totaalscore volgens Turbo Dambase: 0 uit 36. 

10. Meest overtuigende wereldkampioen

Nederlander Piet Roozenburg werd in 1948 in Amsterdam wereldkampioen met een score van 37 punten uit 20 partijen. Hij had een voorsprong van liefst 9 punten op 'concurrent' R.C. Keller, tegen wie hij beide onderlinge duels won.