Tweestrijd op plusjes beslist

door Eric van Dusseldorp

 

Het was te verwachten dat het juniorenkampioenschap van Nederland een tweestrijd zou worden tussen de twee sterkste jeugdspelers van Nederland: Martijn van IJzendoorn en Jan Groenendijk. Dat werd het ook, sterker nog, de twee jongeheren eindigden in punten gelijk, maar Groenendijk scoorde meer plusjes, een inmiddels bekende methode om voordelige remises uit te drukken.

De titel had naar Van IJzendoorn kunnen gaan, als hij zijn kansen in de slotronde beter had benut. Nou ja, het was eigenlijk maar één kans, maar die was voor een speler van zijn kaliber toch niet zo heel moeilijk te vinden. Zie diagram.

 





Wit: P. van den Brink – Zwart: M. van IJzendoorn

Zwart is aan zet en in de partij liep het opvallend snel remise. 46…, 17-22?; Een typische vingerzet, maar fout.

47. 33-29, 23x34; 48. 30x39, 24-29; Een beetje in troebel water vissen, deze voortzetting, maar meer voor de hand liggende zetten winnen evenmin, bijvoorbeeld (22-28) 38-33 (28-32) 39-34 (32-38) 25-20= of (19-23) 42-37 (23-28) 26-21 (27x16) 38-32=

49. 39-33, 19-24; 50. 42-37, 27-31; 51. 37-32, 31-36; 52. 32-27, 22x31; 53. 26x37, 29-34; 54. 38-32, 24-29; 55. 33x24, 34-39; 56. 32-27, 39-44; 57. 27-22,… en de zwartspeler zag dat zijn titelkansen vervlogen waren en speelde zelfs niet meer voor een plusje. Remise.

In de diagramstand was winst mogelijk door (15-20!) Op 33-29 wint zwart dan door (23x34) 30x39 (27-32!) een venijnig zetje 38x27 (17-22) 27x18 (19-23) 18x29 (24x44). In plaats van 33-29 is ook 42-37 mogelijk. Zwart lijkt makkelijk te winnen, maar moet toch even secuur spelen: (27-31) 37-32 (31-36) 32-27 (36-41) 38-32 (41-46 de enige) 27-21 of 26-21 (46x50!) 21x12 (23-29) en de dreiging 29-34 beslist.





Wit: W. Wolff – Zwart: J. van der Star

Wouter Wolff, die ondanks (onder andere) een remise tegen niemand minder dan Roel Boomstra nog met een krankzinnige lage rating (927) in de tabellen staat, won door een kleine, maar verrassende openingscombinatie.

1. 33-29, 17-21 2. 39-33, 21-26 3. 44-39, 11-17 4. 49-44, 6-11 5. 33-28, 17-21 6. 39-33, 20-24 7. 29x20, 15x24 8. 31-27, 10-15; 9. 44-39, 18-23 10. 50-44, 14-20 11. 27-22, 12-17 12. 33-29, 24x33 13. 38x18, 8-12? 14. 32-27!,… en zwart gaf het op. Er volgt altijd 37-31 en 41x25.

Terug naar damrubrieken