Zware kost met slappe koffie

Eric van Dusseldorp

 

Amersfoort Open bestaat al sinds 1978 en is daarmee een van de oudste nog bestaande particuliere toernooien in Nederland. Alleen Brunssum Open en het Amsterdam Paastoernooi stammen ongeveer uit dezelfde periode.

Waar Amersfoort Open in het begin een vrij onopvallend toernooitje was, met een relatief zwakke provinciale speler als winnaar, zijn er in de laatste jaren altijd wel enkele wereldtoppers van de partij. Dit jaar gaven de Internationaal Grootmeesters Alexander Schwarzman, Ron Heusdens, Kees Thijssen en Jean-Marc Ndjofang acte de pr้sence. Schwarzman werd afgetekend eerste, onder andere dankzij een belangrijke zege op jeugdspeler Wouter Sipma in de voorlaatste ronde.

Wit: A. Schwarzman – Zwart: W. Sipma

Zie diagram. De zwartspeler doet nu een zet, die ome Jan zijn neefje zou afraden. Nu heeft ome Jan, gezien de moderne opvattingen over strategie en positiespel, niet altijd gelijk meer, maar in dit geval wel degelijk. De Olympische formatie (6/11/17) wordt te vroeg opgegeven waardoor zwart er in de partij niet meer goed uitkomt.

 

18…, 1-7?; Beter is – nu of iets later – (1-6) om na wat verwikkelingen aan de andere kant van het bord met (3-8) de stormram te plaatsen. De stand blijft dan ten minste nog een beetje open en houdbaar voor zwart. Staat zwart na het foutieve (1-7?) nu definitief verloren? In de Volkskrantrubriek van afgelopen zaterdag wordt beweerd van wel, maar hier is computerprogramma Kingsrow het niet mee eens.

19.  38-33, 10-15; 20. 46-41, 24-29; 21. 33x24, 20x29; 22. 40-34, 29x40; 23. 45x34, 15-20?;

Op de gevolgen van de alternatieve voortzetting (14-20) 25x14 (9x20) gaat Ton Sijbrands niet in. Opmerkelijk? Misschien niet eens, wanneer je je ten minste bedenkt dat Kingsrow er uren over doet om zwart uit het dal te laten kruipen, maar als dat eenmaal gebeurd is, is het ook meteen bijna gelijkwaardig remise. Sterker nog: wit heeft nooit meer dan 0,2 schijf voorsprong gehad en dat is bij lang na niet genoeg voor een analytische winst. 

Analysevariant: 23…, 14-20!; 24. 25x14, 9x20; 25. 41-37, 20-24; 26. 42-38, 4-9; 27. 50-45, 24-29; 28. 48-43, 29x40; 29. 45x34, 9-14; 30. 44-39, 15-20; 31. 39-33 (zonder vrees voor (23-29) 33x15 (14-20) 15x24 (19x30) vanwege 38-33 (48x22) 26-21 (17x26) 28x19), 20-24; 32. 34-30, 11-16; 33. 37-31, 7-11 (gedwongen vanwege 27-22); 34. 43-39,… Wat anders?  Na 30-25 volgt de combinatie (16-21) 27x7 (36x27) 32x21 (23x32) 38x27 (12x1) 21x23 (19x48) en zwart wint zelfs. 34…., 14-20!; 35. 30-25, 16-21!; 36. 27x7, 12x1; 37. 25x14, 36x27; 38. 32x12, 23x34; 39. 12x23, de enige kans, 19x39; 40. 14-10, 24-30!; 41. 35x24, 34-40; 42. 10-4, 13-19; 43. 24x13, 39-44; en wit verhindert niet dat zwart twee dammen haalt, of komt anderszins bij lange na niet tot de winst. Maar zo’n ingewikkelde variant is vanuit de diagramstand menselijkerwijs natuurlijk niet te berekenen.

In de partij werd zwart snel naar een nederlaag gespeeld: 24. 41-37, 20-24;  25. 42-38, 14-20; 26. 25x14, 9x20; 27. 44-40, 4-9; 28. 38-33, 20-25; 29. 50-45, 24-29; 30. 33x24, 19x39; 31. 28x8, 39-44; 32. 35-30,… en zwart gaf het op. Er zou gevolgd zijn (44x24) 26-21 (17x26) 8x6.

Van minder zware kaliber is het volgende fragment.

Wit: L. van der Laan – Zwart: E. de Jager

 

Zie diagram. De laatste zet was (4-9?) Wit kon nu winnen door 27-21, gevolgd door 29-24, 38-33 en 31x4. Wit speelde echter 14. 27-22?, 18x27; 15. 31x22, maar kreeg na 15… 11-17?; (De Jager klaagde na deze ochtendpartij over te slappe koffie) een herkansing, die hij niet onbenut liet: 16. 22x11, 6x17 17. 29x18, 12x23; 18. 37-31!, 26x28; 19. 39-33, 28x30; 20. 35x4 en wit won.

Oplossing vorige opgave (P. Kuijper, wit: 20, 30, 32, 33, 34, 35, 37, 38, 40, 41, 42 / zwart: 7, 9, 12, 13, 14, 19, 21, 22, 25, 26, 36): 32-27 (21x43) 37-31 (36x29) 34x23 (25x45) 35-30 (14x34) 23x3 (26x37) 3x50. Eerder gepubliceerd in Het Nieuwe Damspel, maart 1975.

Ook de nieuwe opgave is van Pieter Kuijper uit Hoorn. Zie diagram. Wit begint en wint.

 


Terug naar damrubrieken