Drie foutjes kostten de partij

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

Een dampartij winnen, het kan alleen door fouten van de tegenstander. Gezien de brede remisemarge in het spel kan een speler zich nog wel wat permitteren, maar niet teveel.

 

Grof geformuleerd: iemand verliest als hij een blunder, of twee grote fouten, of drie kleine fouten maakt. De verrassende overwinning van Alexej Tsjizjow op Guntis Valneris in de openingsronde van het WK is duidelijk een opsomming van enkele kleine fouten van laatstgenoemde. Eigenlijk kan dat ook moeilijk anders op dit niveau. De hele partij doet de Let logische zetten, maar dat zijn niet altijd de beste. Zeker niet tegen de tienvoudig wereldkampioen Tsjizjow.

 

Zwart: G. Valneris – Wit: A. Tsjizjow

 

 

 

1. 34-29 18-23 2. 29x18 13x22 3. 31-27 22x31 4. 36x27 8-13 5. 41-36 2-8 6. 37-31 12-18 7. 46-41 7-12 8. 41-37 19-23 9. 40-34 20-24 10. 47-41 1-7 11. 44-40 14-19 12. 50-44 10-14 13. 34-29 23x34 14. 40x20 15x24 15. 32-28 17-22 16. 28x17 12x32 17. 38x27 5-10 18. 43-38 19-23 19. 45-40 14-19 20. 40-34 10-14 21. 37-32 4-10 22. 41-37 10-15 23. 49-43 14-20 24. 34-29 23x34 25. 39x30 18-23 26. 44-39 8-12 27. 31-26 20-25 28. 37-31 25x34 29. 39x30 15-20 30. 43-39 20-25 31. 39-34 …

 

Tot nog toe een typische Tsjizjow-partij. Het begint al op de derde zet met het rustige 31-27, waar sommige spelers, na zwarts ongebruikelijke eerste twee zetten, liever de ‘clash’ aangaan. Dan bouwt de witspeler de naar hem genoemde formatie -het Tsjizjowkanon- op. Deze wordt weggeruild, maar na wits typerende ruiltje, op de zeventiende zet, naar 27 (in het pre-Tsjizjowtijdperk werd vrijwel nooit zo geslagen) verschijnt hij snel weer op het bord.

Aan de rechterkant van het bord gebeurt er ook wat, want al op de negentiende zet besluit Tsjizjow dat hij de Olympische formatie niet nodig heeft en speelt het enigszins opvallende 45-40.

Natuurlijk kent Valneris de merites van het kanon. Maar hij komt er toch niet helemaal uit. Onder druk wordt het daarom eens tijd voor een foutje.

 

Zie diagram.

 

 

 

Zwart staat voor een driesprong: wat nu te doen.

De eerste mogelijkheid is de typerende ruil in dit soort standen: (24-29) 33x24 (23-28) 32x14 (9x40) 35x44 (25x34). Maar dan volgt verrassend 44-39! (34x21) 26x19 en na (3-9) 31-27 lijkt wit te gaan winnen.

De tweede optie is een andere typische manoeuvre, namelijk de partijvariant. Maar deze verdient een vraagteken, omdat zwart onder grote druk komt zonder overigens verloren te staan.

De derde mogelijkheid is gewoon rustig blijven en (12-18) spelen. Weliswaar lijkt wit aardig te kunnen knijpen na 33-29 (24x33) 38x29 maar met enig beleid houdt zwart een vrijwel gelijkwaardige stand over.

 

31… 24-29? 32. 33x24 23-29? 33. 34x14 9x29 34. 32-28! 25x34 35. 48-43! 12-18 36. 28-23! 7-12 37. 35-30! 34x25 38. 23x34 3-9 39. 38-33 12-17 40. 42-38 17-21 41. 26x17 11x22 Zwart gaat vrijwillig in de touwen hangen, maar een dergelijk strategie hoeft nog niet altijd verliezend te zijn.

42. 38-32 6-11 43. 33-29 11-17?

Het tweede foutje in de partij. Ondanks de druk is het nog redelijk eenvoudig remise na (9-14) 29-24 (14-19) 34-29 (19x30) 29-23 (18x29) 27x9 (29-34) 9-4 (34-39) 43x34 (30x39) 4-22 (39-43) 22x6 (43-49) 32-28 (16-21). Nu wordt het pas echt loodzwaar.

44. 29-24 17-21 45. 31-26 22x31 46. 36x27 9-14 47. 26x17 14-19 48. 24-20 25x14 49. 43-38 18-23? Er zit nog een klein remisegaatje in de stand, maar met nog enkele seconden op de klok is het natuurlijk allemaal niet meer door te rekenen. De tekstzet ziet er logisch uit, maar is het derde en beslissende foutje.

Na 50. 27-21 16x27 51. 32x21 19-24 52. 17-12 24-29 53. 34-30 13-19 54. 12-8 23-28 55. 21-16 gaf zwart het op.

Op de 49e zet is het nog nipt remise door (19-24!), getuige de volgende varianten, aangegeven op de toernooiwebsite.

 

27-21 (16x27) 32x21 (13-19!) en nu een splitsing:

A) 17-11 (18-22) 11-7 [21-16 (22-27) 11-7 (24-29) 34x23 (19x28)] (22-27) 21x32 (24-29) 34x23 (19x37) =

B) 21-16 (18-23) 17-12 (23-29) 34x23 (19x28) 12-8 (24-29) 8-3 (28-32) 3x33 (32x43) =

 

Vorige opgave (P. Kuijper, zwart: 1, 6, 7, 8, 12, 14, 19, 24, 25, 30, 31, 35, 36 / wit: 17, 18, 21, 22, 23, 27, 28, 33, 34, 39, 45, 47, 49, 50): winst door 11, 21, 13, 7, 41, 40, 22, 2, 20, 43 (19*) 39, 39.

Ook de nieuwe opgave is van P. Kuijper uit Hoorn. Zie diagram. Wit begint en wint.

 

 

 
Terug naar damrubrieken