Zeldzame opsluiting blijkt uiterst kansrijk

Eric van Dusseldorp


Een regelrechte oprolpartij.  Dat is waar je aan denkt als twee spelers, die een onderling ratingverschil van bijna 350 hebben, tegen elkaar in het strijdperk treden.  Maar het duel tussen de Nederlandse internationaal meester Anton van Berkel en de Belgische plezierdammer Valère Hermans, gespeeld tijdens Brunssum Open 2010, gaf een heel ander beeld te zien. Met grappig en origineel spel was het de Vlaming die eigenlijk de hele partij aan de leiding ging en op verschillende momenten goede winstkansen had. Anton van Berkel, die een tiental jaar geleden nog tweede van Nederland werd achter Harm Wiersma, kreeg de meest exotische opsluitinkjes naar zijn hoofd en wist daar duidelijk geen raad mee. Helaas pleegde de sympathieke Hermans op het moment suprême harakiri in een stand waarin hij vrijwel gewonnen stond.  En zo kreeg de Nederlander toch nog een ongedacht tweetje in de schoot geworpen. Hij zou het toernooi later winnen!

Wit: Anton van Berkel – Zwart: Valère Hermans

 

1. 32-28, 19-24(!?); Alsjeblieft, het meest ongebruikelijke antwoord na de standaardopening 32-28.  De toon is gezet, de outsider speelt niet op remise. 

2. 37-32, 17-21; 3. 41-37, 14-19; 4. 31-27, 10-14; 5. 37-31, 21-26; 6. 42-37, 5-10; 7. 47-42, 20-25; 8. 34-30, 25x34; 9. 40x20, 15x24; 10. 45-40, 10-15; 11. 40-34, 14-20; 12. 44-40, 9-14; 13. 34-29, 4-9; 14. 39-34, 11-17; 15. 49-44(!?),…

Ook wit doet een duit in het zakje. Na het eenvoudige 27-22 heeft hij wel iets beter spel.

15…, 17-22(!); 16. 28x17, 12x21; 17. 27-22, 18x27; 18. 31x22, 7-12; 19. 43-39, 12-17; 20. 22x11, 16x7;

De zwarte strategie zie je niet vaak. Het is geen onderdeel van een vast winstplan, maar wat moet je met wit? 34-30 kan wit pas spelen na 48-43 en 50-45 gedaan te hebben en dat heeft ook weer z’n bezwaren.

21. 36-31, 6-11; 22. 32-28, 8-12; 23. 38-32, 11-16; 24. 42-38, 7-11; 25. 46-41, 2-8; 26. 41-36, 1-6; 27. 50-45, 12-17; 28. 48-43, 17-22; 29. 28x17, 21x12; 30. 34-30,…

Een belangrijk moment. Menigeen zou hier zonder lang nadenken met 20-25 ruilen, maar de Belg ziet taxeert volkomen juist dat dat helemaal niet nodig is. De opsluiting biedt immers ook zwart kansen.

30…, 12-18!; 31. 30-25, 18-22; 32. 32-28, 16-21; 33. 28x17, 11x22; 34. 38-32, 21-27; 35. 32x21, 26x17; 36. 37-32, 6-11; 37. 32-28, 8-12; 38. 31-26, 11-16; 39. 43-38,…

Wit moet het bijna ongemerkt niet goed hebben gedaan, want zwart staat uitstekend. Alleen moet hij dan wel verdergaan met (12-18!). Omdat 40-34 nu verhinderd is door (18-23 en 24-30) is het volgende verloop gedwongen: 38-32 (16-21) 36-31 (3-8) en wat nu? Na 40-34 volgt (18-23, 24-30 en 20x36) met een zeer gunstig macro-eindspel, en op 31-27 (22x31) 26x37 volgt (18-23!) 29x18  (13x22) en zwart staat pardoes gewonnen. Wit heeft geen geintje, bijvoorbeeld 28-23, x23 (22-27!). Achter het bord is dat natuurlijk lastig te zien.

39…, 22-27?; 40. 40-34, 24-30 (gedwongen); 41. 35x24, 19x30; 42. 38-32?,…

Aangewezen is 45-40 en de computer taxeert de gecompliceerde stand als ongeveer gelijk. Opnieuw krijgt de Belg nu een grote winstkans in de schoot geworpen.

42. 27x38; 43. 33x42, 13-19?;

Zeer kansrijk is hier (13-18!) Wit moet dan zowel rekening houden met (18-22) 28-23 (22-28) 23x32 (14-19) 25x23 (12-18) etc. met (winnende?) dam als met de manoeuvre (20-24, x24 gevolgd door (18-22). Daarnaast is de logische zet 42-38 verhinderd door (14-19) en (18-22) etc.

44. 42-38, 19-24(!); Zwart heeft er nog steeds veel zin in. Binnen enkele zetten staat er een buitengewoon exotische opsluiting op het bord.

45. 38-33, 9-13; Wit kan nu het beste remise maken met 36-31 (13-18) 31-27 en na (16-21) 27x16 (14-19) 25x23 (30-35) 29x20 (18x49) 28-22 (17x28) 33x22 (15x24) 22-17 (12x21) 26x17.

46. 45-40?, 13-18!; 47. 40-35,…

Volkomen ten onrechte vernietigt de zwartspeler zijn eigen kunststukje. Wellicht zag hij in tijdnood over het hoofd dat hij nooit naar 49 kan slaan. 47…, 14-19??; 48. 25x23, 3-9; 49. 34x25, 16-21; 50. 29x20, 18x38; 51. 20-14, 9x20; 52. 25x14, en wit won gemakkelijk.

In de diagramstand staat zwart na (3-8!) vrijwel gewonnen. De bordkansen zijn dan nagenoeg 100%, maar de computer komt met een narrow escape voor wit. De scherpste variant: 36-31 (18-22) 31-27 (22x31) 26x37 (17-22) 28x17 (12x21) 37-31 (8-12) 44-40 (12-18A) 33-28 (24x44) 40x49! (30x39) 35-30! en er is een zeldzame situatie ontstaan: wit staat twee schijven achter, dreigt nergens mee maar maakt remise omdat zwart in zetdwang verkeert. Bijvoorbeeld (20-24) 30x10 (15x4) 25-20 en nu op (4-10) 49-43! gevolgd door 20-15x4 en op (4-9) 31-26 (21-27) 28-22 met remise.

A (12-17) 29-23 (21-26) 31-27 (24-29) 35x24 (29x38) 27-21! (20x18) 21x23 met een zeer kansrijk eindspel voor zwart, maar volgens het sterkste computerprogramma ter wereld, het Amerikaanse Kingsrow, kan wit net niet winnen.

Terug naar damrubrieken