Nina Hoekman miste wereldtitel op een haar na

Eric van Dusseldorp

Nederland snakt naar een wereldkampioen. Bij de senioren welteverstaan, want in de categorieën jeugd en aspiranten (cadetten) wil het soms nog wel eens lukken. Het is al meer dan twintig jaar geleden dat landgenoot Harm Wiersma voor de laatste maal de hoogste titel greep en met een vrouwelijke wereldkampioen is kikkerland al helemaal nog nooit gezegend.

Twee weken geleden was het dan toch bijna zover. Nina Hoekman-Jankovskaja, geboren en getogen in de voormalige Sowjet-Unie maar al lange tijd genaturaliseerd tot Nederlandse, leek regelrecht op de dameswereldtitel af te stevenen. In de dubbelrondige zeskamp, die van 16 tot en met 27 oktober in de stad Ufa in de Russische deelrepubliek Bashkortostan werd gehouden, had Hoekman in de eerste toernooihelft een comfortabele voorsprong van liefst drie punten op haar concurrentes opgebouwd. Maar toen haperde de puntenmachine en wist Zoja Golubewa uit Letland, die eerder in haar carrière al elf wereldtitels had weten te veroveren, met drie overwinningen langszij te komen. Helaas verloor de Nederlandse de barrage, nadat ze in het eerste duel schijfwinst niet naar partijwinst wist te leiden.

En het begon zo goed.

Wit: O. Balthazi – Zwart: N. Hoekman

 

Zie diagram. In de wetenschap dat gewoon doorspelen niets oplevert, kwam de Nederlandse met een vermetel plan. 26…, 23-29!; Iedere dammer weet, dat voor een zwarte Ghestemdoorstoot een witte schijf op 25 eigenlijk niet mag ontbreken. Nu moet zwart rekening houden met, na sluiten, 30-25 en allerlei dood en verderf. Hoekman heeft echter goed berekend dat onder deze specifieke omstandigheden de `open` Ghestem toch speelbaar en zelfs kansrijk is.

27. 43-38, 18-22!; 28. 27x18, 12x23; Verhindert 30-25 door (17-22) 28x17 (23-28) 32x34 (24-29) 33x24 (19x50).

29. 41-36, 7-12; Wit kan nu 30-25 spelen. Dan gaat zwart een stapje met (29-34!) met een goede stand.
30. 37-31, 12-18; 31. 42-37?,… Geen beste zet. Aangewezen is hier 44-40 of 45-40.

31…, 14-20!; 32. 30-25, 29-34!; 33. 25x14, 9x20; 34. 31-27??..., Een enorme blunder. Aangewezen is 44-40 (23-29) waarna zwart veruit de beste papieren heeft. Een fraaie variant ter illustratie: 48-43 (20-25) 31-26 (18-23) 37-31 (8-12) 31-27 (25-30) 27-22, wat anders? (16-21) 22x11 (21-27) 32x21 (23x32) 38x27 (29x49) 40x20 (19-24) 20x29 (49-38) 35x24 (13-19) 24x13 (38x16) en zwart wint.

34…, 34-39!; 35. 44-40 23-29 en zonder de vijfklapper af te wachten, gaf wit het op.

Wit: Z. Golubewa – Zwart: N. Hoekman

 

Zie diagram. Wit heeft zojuist naar 23 geruild en nu is (13-19) uiteraard verhinderd door 34-30 (19x28) 30x10 (4x15) 33x4. Zwart ruilde nu (20-25) etc. en analytisch is daar niets op aan te merken. De stand blijft gelijkwaardig en in de partij werd het dan ook remise. Zwart had ook een optie om (18-22) 27x18 (13x22) te proberen.  Na het vrijwel gedwongen 35-30 (24x35) 23-19 (14x23) 29x27 staat wit dan iets beter, maar het evenwicht lijkt niet beslissend verbroken. Maar wat volgt na 34-30 in plaats van 35-30? Dan neemt zwart de verrassende combinatie (14-19!!) met op 23x25 (26-31!) met een slag naar 41 en op 23x3 (20-25) 3x28 (25x34) met winst.

De oplossing van de vorige opgave van S. Zilevicius (wit: 16, 20, 26, 30, 33, 37, 38, 39, 41, 42, 48, - zwart: 1, 3, 6, 8, 12, 13, 19, 22, 28, 31, 34,) luidt: 30-24 (34x32) 48-43 (28x48) 37x17 (48x46) 26x37 (46x11) 16x9 (3x25) 24x2.

De nieuwe opgave is ontleend aan een partij tussen Alex Ketelaar en Ton van der Ploeg, onderlinge competitie DamVereniging Soest-Baarn. Zwarts laatste zet was onbedoeld een fraaie lokzet. De vraag is: welke damcombinatie kan wit nemen en wat is zwarts -winnende- reactie daarop? In het duel werd de slagzet genomen, maar de reposte overzien. Zie diagram. Wit begint en wint.

 

Terug naar damrubrieken